Meer inzicht in de kwaliteit van organische mestsoorten

Met de veehouders van themagroep Bodem worden verschillende maatregelen getest om het percentage organische stof in de bodems te verhogen. Om het effect van een bepaalde maatregel te bepalen wordt niet alleen gekeken naar de hoeveel organische stof die wordt aangebracht, maar ook de snelheid waarmee de organische stof afbreekt. De deelnemers van de themagroep Bodem hebben bijdragen aan een interessant onderzoek naar de afbreeksnelheid van organische mestsoorten.

In het onderzoek werd de humificatiecoëfficiënt  (HC) van de organische stof van verschillende mestsoorten bepaald.  De HC  is dat deel van de organische stof die niet mineraliseert en dus voor een langere periode in de bodem aanwezig blijft. Het gedeelte organische stof dat na een jaar nog aanwezig is in de bodem wordt ‘effectieve organische stof’ genoemd.

Resultaten
In zeefgrond van Wilfried van Dijk werd een HC van 0,85 gemeten, wat overeenkomt met de HC van verschillende compostsoorten. Door dit te vermenigvuldigen met de 113 kg organische stof/ton product die werd gemeten,  is bepaald dat de zeefgrond 96 kg effectieve organische stof per ton product bevat.

In de dikke fractie die bij Nard van den Berg werd bemonsterd, werd een HC van 0,49 gemeten. Met 196 kg organische stof/ton product kom je dan (ook) op 96 kg effectieve organische stof per ton product uit.

In het onderzoek werden deze kengetallen ook bepaald voor Bokashi. De HC kwam uit op 0,78. Omdat 112 kg organische stof/ton werd gemeten is de effectieve organische stof 106 kg/ton product. GFT compost kwam met 175 kg effectieve organische stof als best naar voren.

Conclusie
Niet elke organische meststof levert evenveel effectieve organische stof op. Advies is dan ook om daarvan bewust te zijn bij het kiezen van een mestsoort. Let wel effectieve organische stof is een van de criteria om te kiezen voor een mestsoort, naast nutriëntensamenstelling en eventuele ziektewerendheid. In het onderzoek is ook samengewerkt met boeren die betrokken zijn bij de projecten Limbricus en Carbon Valley.