Gerard Kouwenberg runt samen met zijn vrouw Rita al ruim dertig jaar tuinbouwbedrijf Kouwenberg. Inmiddels zijn hun middelste en jongste zoon ook bij het bedrijf betrokken. Hun oudste zoon koos voor een andere carrière, wat voor Gerard en Rita helemaal geen probleem is. “Ze moeten zelf weten wat ze leuk vinden”. Dertig jaar geleden startten ze met zijn tweetjes het bedrijf en inmiddels hebben ze zelf 3,5 hectare grond in bezit en huren ze ook nog eens 30 hectare grond bij. Op die grond telen ze saladeui, ijsbergsla en andijvie.
Effectief aan de slag voor de Albert Heijn
Op de deur naar de kantine hangt een A4’tje met de tekst “De lach is de vriendelijkste muziek ter wereld”. Die slogan lijkt te passen bij dit in Beek en Donk gevestigde bedrijf. Gerard en Rita werken met 20 collega’s onder andere aan de saladeui die bestemd is voor de Albert Heijn. Lang teelden ze één gewas, andijvie, maar dat veranderde: vier jaar geleden kwam de saladeui erbij. Nu gaan er vijftien pallets per week naar de supermarktketen Albert Heijn, volgend jaar moeten dit er veertig worden. Om dat effectief te doen, maakt Gerard gebruik van verschillende machines waardoor het werk steeds minder arbeidsintensief is, het scheelt ruim 35% arbeidsintensiteit. Waar ze vroeger de elastiekjes bijvoorbeeld nog handmatig om het bosje saladeui draaiden, gaat dit nu machinaal. Ze hebben de twintig mensen echter nog wel hard nodig, want door de machines kan er natuurlijk ook meer geproduceerd worden. Met dezelfde mensen kunnen ze nu dus meer doen.
Experimenteren
Sinds een paar maanden zit Gerard in het bestuur van ZLTO, daarvoor heeft hij ook al in veel projectgroepen deelgenomen. Hij experimenteert met hoe hij zijn bedrijf kan ontwikkelen: minder arbeidsintensief, milieuvriendelijker en duurzamer. Toen hij gevraagd werd aan te sluiten bij het project Boer Bier Water was hij in eerste instantie afhoudend. Wat Gerard betreft was het vooral een aangelegenheid voor Lieshoutse agrariërs, die zijn er immers ook voldoende. Later besloot hij toch een kijkje te nemen bij de huiskamerbijeenkomsten om met andere boeren kritisch te kijken naar de branche. Daar werd hij door Jenneke van Vliet (CLM, een onafhankelijk kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu) benaderd om een nieuwe machine te testen: de Sensi-spray.
De Sensi-spray
Er was een nieuwe machine beschikbaar, ontwikkeld door de Universiteit van Wageningen: de Sensi-spray. De Sensi-spray is een landbouwvoertuig dat al rijdend de gewassen voorziet van bestrijdingsmiddel. In vergelijking met soortgelijke voertuigen heeft de Sensi-spray een geavanceerde spuit die heel nauwkeurig berekent welke hoeveelheid bestrijdingsmiddel er nodig is voor ieder plantje. Hierdoor is er minder bestrijdingsmiddel en water nodig. De machine meet het bladgroen van ieder plantje met drie sensoren. Aan de hand daarvan bepaalt de machine hoeveel middel er gespoten moet worden. Om een voorbeeld te geven: normaal was er 300 liter water met middel nodig per hectare, nu is dat de helft!
Groen licht
Hoewel ze in het begin wat problemen hebben gehad met de machine, werkt hij nu perfect. De Sensi-spray is met name geschikt voor de kleinere oppervlaktes, zoals de akkers met saladeui, omdat de capaciteit daar het meest effectief is. Gerard heeft geprobeerd de machine ook in te zetten voor de slateelt, maar afnemers stelden daarvoor harde eisen. Er moeten namelijk driftarme doppen zitten op de machine, doppen die zorgen dat het wegwaaien van middelen wordt tegengegaan. De Sensi-spray heeft geen driftarme doppen, maar heeft wel luchtondersteuning wat de drift ook beperkt. Inmiddels heeft de Stichting Milieukeur groen licht gegeven voor de luchtondersteuning als vervanging voor de driftarme doppen. Gerard heeft een certificaat ontvangen zodat ze volgend jaar met de Sensi-spray ook aan de slag kunnen op het slaveld. Ook de branche ziet dus de kracht van de Sensi-spray!
Gerard en zijn oudste zoon Remco