Bert Aasman is teammanager bij DLV plant. DLV plant geeft advies aan agrarische ondernemers en is actief in meer dan veertig landen wereldwijd. Naast het aansturen van zijn team, is Bert ook veel tijd kwijt aan het ontwikkelen van projecten voor Schoon Water Brabant. Het daadwerkelijk uitvoeren van plannen en het vinden van oplossingen voor problemen, integreert Bert. Daar ligt zijn kracht.
Een mooi voorbeeld van het omzetten van problemen naar oplossingen is de ziekte van de aardappel waarbij er zwartbruine vlekken op het blad ontstaan of witte schimmels op het blad voorkomen. Het is dan belangrijk dat je een praktische oplossing vindt om de ziekte tegen te gaan, in samenwerking met de boer. Voor de boer is het namelijk belangrijk dat de oplossing uitvoerbaar is, voor Bert is het ook belangrijk dat de oplossing duurzaam is. Bert zijn speciale interesse gaat uit dan ook uit naar duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hier ligt tevens de link met het project Boer Bier Water, waarin MVO en duurzaamheid belangrijke kernwaarden zijn. Via CLM (een onafhankelijk kennis- en adviesbureau op het gebied van landbouw, voedsel, natuur en milieu) kwam Bert in aanraking met het project. DLV pakt veel projecten samen met CLM op, ze ontwikkelen nieuwe ideeën op het gebied van duurzaamheid. “Duurzaamheid is goed voor de boer, de omgeving en de afnemer”, aldus Bert.
“Het mooie aan Boer Bier Water is dat hier kennis wordt gedeeld, verbeterd wordt en vervolgens ook echt toegepast wordt. Dat maakt dit project zo leuk, samen ontwikkelen”. De rol van Bert binnen Boer Bier Water is voornamelijk praktijkgericht, hij experimenteert met de direct betrokkenen: hoe kunnen we het grondwater beschermen tegen stikstof en tegelijkertijd de boer de kwaliteit van zijn product garanderen. De boeren waarmee Bert samenwerkt zijn erg enthousiast. “Dat maakt het nog leuker, ze willen ook echt leren”.
Bert voert op dit moment een test uit op het perceel van Geert Migchels in Aarle-Rixtel. Hij heeft daar een demoveld aangelegd. Het perceel is opgedeeld in vier stroken die allemaal met verschillende hoeveelheden mest bemest zijn. Je kunt je voorstellen dat wanneer je dichter bij de wortel bemest, de plant de stoffen beter kan benutten en dus minder mest nodig heeft. Minder mest gebruiken levert weer een kostenbesparing op voor de boer. De vraag is echter wel of de plant dan nog voldoende oplevert.
Met een vliegtuigje worden opnames gemaakt om goed te kunnen zien en analyseren hoe het gewas groeit. Omdat het demoveld pas in het voorjaar is aangelegd, kunnen we helaas nog niets zeggen over de resultaten. In de winter kunnen we een conclusie trekken, dan wordt de maïs geoogst en kan de opbrengst gewogen worden. Het aantal kilo’s dat van het akker wordt gehaald, wordt dan vergeleken met onderzoek bij andere geregistreerde proefbedrijven. Bert is positief, “We kunnen nu al zeggen dat er besparingsmogelijkheden zijn, terwijl het geen makkelijk perceel is. Als het hier lukt, lukt het overal”.